Pangi bij de saramaccaanse (marron) vrouw

 

Marronvrouw in plakpangi en hoofddoek
Als een "matukonde-mii" (nakomeling van binnenlandbewoners) deel ik graag mijn kennis. Ik, Marcelien Reims-Soeboe,  dochter van Alfred Atio Pikientio en Elisabeth Aginisi Soeboe, zal enkele weetjes over pangi met u delen

 Pangi is begonnen als een omslagdoek. Slaven kregen tijdens de slavernij jaarlijks stoffen, waarvan zij verschillende kledingstukken maakten. Zo werden ook  pangi’s gemaakt.  Oorspronkelijk werd die als een lendendoek om de middel van de vrouw gedragen. Pangi is een heel oud kledingstuk welke nu super gemoderniseerd is. Je ziet de pangi nu in verschillende modellen en kleuren als een wikkelrok om de middel van de vrouw.  De verschillende motieven, tekeningen en kleuren maken het kiezen van een pangi erg complex, omdat de keuze nu zo ruim is dat je bijna niet kan kiezen. Pangi is bekend binnen elke marronstam, maar kent wel enkele kleine verschillen. Ik zal mij beperken tot Pangi bij de saramaccaners. Sommige pangi’s hebben betekenissen, terwijl andere pangi’s gewoon mooi zijn, omdat het oog wat wil.

Laat mij een paar belichten:

-          Plakpangi

-         Asaapim

-         Saasaa koosu

-         Goontatai

-         Kaikokoosu

-         Bigi pangi

-         Lapu

-         Aseesente

 

Plak pangi

Voor een plak pangi heb je 2 verschillende soorten lapjes nodig. Je maakt dan mooie tekeningen op één van de lapjes en vervolgens wordt de tweede stof gestikt op dat lapje met de tekening, waarna de tekening wordt uitgeknipt, zodat de tekening duidelijk te zien is. Soms worden er meerdere lapjes gebruikt. Ja, saramaccaners houden van kleur. Hoe fleuriger, hoe mooier.

Asaapím of asaabím   

 De saramacaanse taal kent veel geluidseffecten. In bijna elke zin hoor je een geluidseffect, zodat je een beeld heb van de werkelijkheid of om de ernst van de zaak aan te geven.  Dat is precies het geval met de Asaapím of asaabím pangi. Deze pangi heeft zijn naam te danken aan het geluid dat je hoort wanneer je garen van de stof aan het uittrekken ben. De garen worden op een zodanige wijze getrokken uit de stof, zodat er vakjes ontstaan. De vakkjes worden daarna geborduurd. Er worden dan kruisteek of crossstitch gemaakt; de zogenaamde kruistekeningen. Tegenwoordig wordt het gewenste kruissteek borduur patroon meteen getekend op de stof en pas daarna worden de kruissteek gemaakt in passende fleurige kleuren.

Saasaakoosu

saasaakoosu met gehaakte rand
Saasaakoosu is niets anders dan een pangi die meteen gedragen wordt, nadat alleen de rand is gestikt. Dus geen kruissteek of tekeningen.  Tegenwoordig wordt de rand van de saasaakoosu ook gehaakt met bijpassende gehaakte bloes.

Goontatai 

Goontatai
Goontatai is een pangi en/of stof  waarop er eerst getekend wordt en daarna op specifiek wijze wordt geborduurd. Er wordt dan gebruik gemaakt van borduur patronen; geen kruissteek.

Bigi pangi   


 
Bigi pangi is niets anders dan een afrikaanse print die gekocht wordt en als pangi gebonden wordt. De lengte en breedte van een afrikaanse stof verschilt van een normale pangi stof. Waardoor  de Afrikaanse stof veel langer is dan een normale pangi stof, vandaar de naam 'bigi pangi'.

 Lapu   

Kruissteek patroon
Voordat asaapim zijn intrede deed kende men lapu. Bij lapu werden er geen garen uitgetrokken. De stof is reeds op een zodanige wijze gefabriceerd, waardoor er reeds gaatjes zijn in de stof en kan er meteen kruissteek gemaakt worden. De stof lijkt meer op lakeside linen, maar dan veel dikker met grotere gaatjes. Er wordt haast geen gebruik meer gemaakt van lapu. Asaapim heeft de plaats ingenomen.       

Aseesente

Aseesente
Aseesente is de saramaccaanse benaming voor wat in Suriname bekend staat als mamio. Pangi’s worden in specifieke afmetingen gekocht. Maar soms is een bepaalde afmeting enkele centimers te lang of te breed. De pangi wordt dan geknipt, zodat die dan op maat is. De restjes zou je dan in principe moeten weggooien. Maar dat werd niet altijd gedaan. De weg naar de stad was erg ver en kostte enorm veel. Dus de restjes pangi’s werden dan bewaard om dan een pangi te maken. De restjes werden dan bij elkaar gestikt in de afmeting van een pangi.

Marronvrouw in pangi met hangisa
Saasaakoosu met hangisa
Bij een pangi hoort een hangisa. Die wordt in de vorm van een driekhoek op de pangi gebonden op de navel. De hangisa moet ervoor zorgen dat de pangi die als een wikkelrok om de middel van een vrouw gebonden is, niet valt. Tegenwoordig zie je elke vrouw met een mooie hangisa op haar pangi, maar vroeger was een hangisa een teken dat die vrouw reeds een partner heeft. Alleen getrouwde vrouwen zag je met een hangisa. De pangi van een jong meisje, dat nog niet volwassen is verklaard, middels een ‘gi pangi’ ritueel wordt boven de knie gebonden. Een volwassen of getrouwde vrouw  die bindt haar pangi onder de knie. Een volwassen of getrouwde vrouw trekt twee pangi’s aan. Het siert een vrouw niet om voor een man te staan koken met slechts één pangi.

Marronvrouw in pangi met hangisa
De pangi moet eigenlijk op een specifieke wijze gewikkeld worden. De  juiste wijze is te zien op de bovenstaande foto. Je stoot je borstkast een beetje naar voren, met je benen een beetje verspreid, terwijl je de pangi dichtbij de uiteinden vasthoudt. Je wikkel de pangi dan om je middel. De uiteinden aan de onderkant moeten zichtbaar zijn. 

saramaccaanse vrouw in pangi en hangisa
Bij een prachtige pangi hoort een  tjëkë kötö. Vroeger was een bloes een luxe. Om je bovenlijf te bedekken werd een tjëkë kötö gebonden. Mannen zal je zien in kamisa en bandjakoosu.

Binnen de winti cultuur zijn er pangi’s die gebruikt worden tijdens bepaalde rituelen en die hebben allemaal een betekenis. Zo heb je bijvoorbeeld:

-          Aisa pangi; blauwe strepen met fijn wit

-         Ingi; rood wit

-         Vodu; plakpangi met jaavanse stof

-         Kantamasi; geel-groene lap.  


 o       

 




                       

Reacties

Een reactie posten